Hockeyen in Wit-Rusland: ‘Gekapt en gelakt gingen de speelsters het veld op’
In de serie ‘Buitenlands avontuur’ verhalen van Nederlandse hockeyers die over de grenzen hebben gespeeld, deze week Lijsbeth van Kessel (41). Zij hockeyde een seizoen voor HC Minsk in Wit-Rusland.
Halverwege de wedstrijd keek Lijsbeth van Kessel om haar heen. Terwijl het spel in volle gang was, liet ze de omgeving op haar inwerken. Op de tribune zaten haar ouders. Op een gegeven moment kruisten haar ogen die van haar vader en moeder. ‘Ik keek naar ze en dacht: wat is dit toch mooi! Kijk toch eens waar ik sta. Midden in Minsk ben ik aan het hockeyen in een prachtig park.’
Van Kessel, tweevoudig international en voormalig speelster van onder meer Den Bosch, arriveerde in de zomer van 2013 in de Wit-Russische hoofdstad. Haar man, voetbaltrainer Robert Maaskant, had een contract getekend bij de topclub Dinamo Minsk. Het was voor het gezin na Polen en de Verenigde Staten het derde buitenlandse verblijf.
Ik zie alleen maar mogelijkheden, ontmoetingen met nieuwe mensen, dingen leren en culturen ontdekken. Lijsbeth van Kessel over haar verblijf in Wit-Rusland
‘Ik zie alleen maar avontuur en zit bij wijze van spreken eerder in het vliegtuig dan Robert’, vertelt Van Kessel als de verhuizing naar Wit-Rusland ter sprake komt. ‘Ik zie alleen maar mogelijkheden, ontmoetingen met nieuwe mensen, dingen leren en culturen ontdekken.’
In tegenstelling tot de eerdere buitenlandse ervaringen verliep de aanpassing in Wit-Rusland minder makkelijk. ‘De taal vond ik echt lastig. In Polen kon ik me echt nog wel verstaanbaar maken, maar in Wit-Rusland niet. Natuurlijk, ik kende een paar woorden en soms kwam ik er ook echt wel uit, maar het bleef bij gebrekkig steenkolen Wit-Russisch. Google Translate was eerlijk waar mijn aller, allerbeste vriend’, lacht Van Kessel.
Op pad gaan
Haar kinderen zaten doordeweeks op de crèche waardoor Van Kessel er overdag op uittrok. ‘Ik ging elke dag op pad. Ik probeerde dan met mensen in contact te komen. Dan ging ik naar een koffietent met het idee: er zit straks vast iemand naast me met wie ik een gesprek kan proberen aan te knopen. Zodoende kwam ik een beetje onder de mensen. Er was altijd wel iemand die iets terug zei.’
Op een van haar wandeltochten door het centrum van Minsk stuitte ze op een hockeyveld midden in een park. ‘Ik keek op de kaart of er daadwerkelijk een hockeyclub speelde. Dat was zo. Er stond een website bij. Ik stuurde een mail, maar heb daar nooit meer iets van gehoord.’
De aanhouder wint
Van Kessel was niet voor een gat te vangen. Onder het motto ‘de aanhouder wint’, liep ze iedere dag langs het hockeyveld. Op een gegeven moment had Van Kessel eindelijk beet. Er waren mensen en ze stapte af op een man die langs het veld stond. ‘Met Google Translate en alles wat ik maar kon verzinnen, probeerde ik hem te vragen of er werd gehockeyd en of er een damesteam was. Met handen en voeten maakte hij vervolgens duidelijk dat ik de volgende dag op dezelfde tijd terug moest komen. Dan zou er iemand zijn die mij kon helpen.’
De volgende dag meldde Van Kessel zich opnieuw bij het hockeyveld. Ze werd begroet door Vitaly, die op het kantoor van de club werkte, en door de man die ze de dag daarvoor had gesproken. Hij bleek de president te zijn van de club.
Meetrainen op maandag om tien uur
‘Vitaly sprak Engels, dus ik kon hem uitleggen dat ik net in Minsk woonde en ik in Nederland had gehockeyd en hier graag zou willen hockeyen. Ze keken mij aan en vroegen: heb je een stick en schoenen? Mijn ouders kwamen dat weekend langs dus ik zei dat ik dat wel kon regelen. Mooi, kom maandag om tien uur, dan kan je meetrainen. Dat bleek dus met Dames 1 van HC Minsk te zijn.’
Op maandagochtend stond de toen 33-jarige Van Kessel tussen de speelsters van HC Minsk die stukken jonger waren dan zij. Bovendien torende ze met haar 1.80 meter hoog boven haar nieuwe teamgenoten uit en, voegt Van Kessel toe: ‘Die meiden waren allemaal zo slank en ik torste nog wat zwangerschapskilo’s mee.’ Die kilo’s verdwenen als sneeuw voor de zon.
Vijf keer per week, twee keer per dag
‘We trainden vijf keer in de week, twee keer per dag. Binnen een maand was ik fysiek gezien op het niveau zoals het ooit was. Dat kwam echt door het harde trainen. We deden heel veel loopwerk. Er was een looptrainer die elke dag oefeningen met je deed. Ik zei tegen Robert: ga ik nu hier doen wat ik mijn hele leven nooit heb gedaan? Rennen vond ik namelijk niet zo heel leuk. Aan de andere kant was er op dat moment niet zo heel veel anders voor mij te doen in Minsk. De dagen worden anders ook wel erg lang, dus ik dacht: ik ga het gewoon doen.’
De communicatie met de teamgenoten en staf verliepen in eerste instantie stroef. De taal bleef een grote barrière. ‘Ze glimlachten heel vriendelijk en ik glimlachte heel vriendelijk terug. Op Vitaly na sprak bijna niemand Engels. Ik haalde hem de hele tijd erbij om te vertalen. Maar ja, hij kon er niet altijd bij zijn, want hij moest ook gewoon zijn werk doen.’
Komst Oekraïense veranderde alles
De dynamiek tussen Van Kessel en haar teamgenoten veranderde met de komst van Marina Khilko uit Oekraïne. De nieuwe aanwinst van HC Minsk had een relatie met een Argentijn en sprak Spaans, een taal die Van Kessel kende van haar tijd in Madrid.
‘Zij was mijn reddende engel’, zegt Van Kessel. ‘Die eerste tijd bij de ploeg was ik eenzaam. Ik voelde mij echt een twaalfjarig meisje dat voor het eerst ergens was en niet wist wat ze moest zeggen. De komst van Marina was echt een openbaring, voor iedereen. We kregen als ploeg een connectie, konden elkaar vragen stellen en gesprekken voeren.’
Elk jaar weerzien in Breda
In die gesprekken werd de basis gelegd voor het contact dat er nog altijd is tussen Van Kessel en een aantal van haar voormalige ploeggenoten. Elk jaar treffen ze elkaar in Breda als het nationale team van Wit-Rusland, onder leiding van Herman Kruis, een trainingskamp belegt op de velden van Push.
‘We zijn bij Minsk echt een vriendenploeg geworden. Dat is erg leuk’, zegt Van Kessel, die in dat ene jaar dat ze in Wit-Rusland speelde de dubbel veroverde. Zowel op het veld als in de zaal werd de ploeg landskampioen.
Bont en blauw
‘De wedstrijden waren snoeihard’, herinnert Van Kessel zich van de duels . ‘Ik kwam bont en blauw van het veld. Soms dacht ik: in welke sportschool heb jij gezeten? Als het fluitsignaal ging, rende iedereen als een kip zonder kop alle kanten op. Een aantal kon echt goed hockeyen, maar er waren ook teams bij waarvan je het idee kreeg dat ze vlak voor de wedstrijd een stick hadden gekregen.’
In de kleedkamer keek Van Kessel haar ogen uit. ‘Ik ben gewend om mijn haar in een staart te doen en het veld op te stappen. Zij begonnen gekapt en gelakt aan de wedstrijd. Ik dacht: wat zijn jullie allemaal aan het doen? Die haren, die speldjes, die lak. Is dit een jurysport? Sommigen wisselden ook vaak van kapsel. De ene keer was het knalrood en lang, de andere keer was het weer heel iets anders.’
Alleen uitduels als het paste
Vanwege haar thuissituatie speelde Van Kessel met name thuiswedstrijden. ‘Voor uitwedstrijden was je echt drie, vier dagen weg. Dat zag ik helemaal niet zitten. Robert was vanwege zijn werk bijna nooit thuis. Ik ging alleen mee als het paste in het schema.’
Een van die weinige uitwedstrijden die Van Kessel wel speelde, was de kampioenswedstrijd. ‘Ik had gezegd dat ik alleen mee zou gaan als ik ’s avonds weer thuis zou zijn. Robert had met zijn ploeg een uitwedstrijd en ik had geregeld dat de oppas overdag voor de kinderen zou zorgen. De president van de club zei: prima, rijd maar met mij mee.’
Lange terugweg na kampioensduel
Een reis van drie uur bracht Van Kessel naar het veld waar vervolgens het kampioenschap werd binnengehaald. Na het uitreiken van de medailles en de gebruikelijke ceremonie met de champagne stapte Van Kessel weer in de auto en begon aan de terugreis, die door oponthoud nog langer duurde dan de heenreis.
‘We zijn onderweg wel vijftien keer gestopt. Ik zweer het, bij elk restaurant waar we konden stoppen, zijn we gestopt. Ik begon nog braaf met koffie, maar als snel kwamen de vodka, champagne en bier op tafel. De jus d’orange stond er alleen voor de sier. Toen we in Minsk aankwamen, kon ik mijn naam echt niet meer spellen’, lacht Van Kessel.
Het zijn herinneringen die Van Kessel zeven jaar na dato nog steeds koestert en met plezier en humor over vertelt. ‘Ik denk wel dat dit het leukste buitenlandse avontuur is geweest. Het hockey heeft echt wel iets gebracht. Ik heb nog steeds contact met een aantal meiden en Marina en Vitaly zijn goede vrienden geworden. Dat is toch wel leuk. Als mijn kinderen wat ouder zijn, gaan we zeker nog een keer terug naar Minsk.’
Vanaf 4.27 een interview met Robert Maaskant en Lijsbeth van Kessel op Dinamo Inside
Lees ook:
- Hockeyen in Frankrijk: ‘Een biertje drinken na afloop kenden ze niet’
- Hockeyen in Valencia: Van Zuilekom is zo enthousiast, dat hij Paella Cup organiseert
- Hockeyen in Italië: ‘Je wordt meegenomen in het Italiaanse familiegevoel’
- Nederlandse Vikingen willen met Noorwegen hogerop
- Hockeyen in Maleisië: ‘M’n mooiste hockey-avontuur in het buitenland’
- Hockeyen in Tsjechië: ‘Elk team had wel twee of drie beren’
- Hockeyen in Ierland: ‘Een TD in Nederland stelt niets voor vergeleken met Ierland’
- Hockeyen in Engeland: ‘Spijbelen om Chelsea te zien voetballen’
2 Reacties
vostammer
Heerlijk verhaal dit. Leuk dat die Witrussische meiden als barbiepopjes het veld op willen! Sport is ook entertainment en show. Die hebben dat goed begrepen.
opleidenkey
Helemaal eens, volg je passie!!