‘Als je als ouder bij de trainer gaat klagen, sla je de plank mis’

Mijntje Donners, KNHB-bestuurslid Tophockey Dames, sprak in een interview met hockey.nl haar ergernis uit over de te betrokken ouders die hun hockeyende kinderen te veel pamperen. Maar waarom doen ouders dat? Hoe moeten ze zich gedragen richting hun kind? En wat willen kinderen? Hockey.nl zoekt het uit. Vandaag: Raymond van den Barselaar. Zijn drie kinderen hockeyen, waarvan twee op hoog niveau. ‘Ze dragen altijd zelf hun keeperstas.’

Het gezin Van den Barselaar heeft een druk schema, stelt hij. ‘De zaal is nu net afgelopen, dus nu valt het even mee. Als we in de competitie als gezin één avond in de week met zijn vijven bij elkaar zijn, is het veel.’

Zelf met de trein en je eigen tas dragen

Van den Barselaars dochter Zoë keept bij Amsterdam MA1, zoon Jasper staat onder de lat bij Amsterdam JB1. ‘Ze gaan zoveel mogelijk zelf met de trein en de bus van Hilversum naar Amsterdam’, vertelt hij. ‘De keeperstassen staan dan al wel op Amsterdam. Mocht dat een keer niet zo zijn, of de training duurt tot laat in de avond, dan rijden we met de auto. Want een keeperstas in de trein, dat kan prima, maar in de bus: dat is lastig.’

Al sinds de kinderen keepen dragen ze hun eigen tas, reageert Van den Barselaar op Mijntje Donners’ betoog. Zij verbaasde zich over ouders die hun kinderen ‘pamperen’, en bijvoorbeeld hun hockeytas voor ze dragen.

De stap naar een grote club

Van den Barselaar heeft zelf ook jarenlang gekeept. Zijn zoon en dochter keepten eerst een aantal jaar bij ’t Spanderbosch. In de B-jeugd kwam het moment van de overstap. ‘In 2012 waren we bij de Olympische Spelen in Londen. Zoë zag die Olympische ringen en zei: dat wil ik later ook. Punt. Ze heeft zelf in haar hoofd gehaald dat ze bij Amsterdam wilde spelen en vervolgens ook zelf een mail gestuurd naar Amsterdam om dat kenbaar te maken. Bij de district ontmoetingsdagen stond ze goed te keepen en na een proeftraining en selectieronde kwam ze in Amsterdam MB1.’

Faciliteren

‘Het enige dat wij toen hebben gezegd is: als jij er alles voor doet, doen wij er ook alles voor’, stelt Van den Barselaar. Zoë bleek hockey en school goed te kunnen combineren. ‘Met ‘dan doen wij er ook alles voor’ bedoel ik met name het faciliteren’, verduidelijkt hij. ‘Alles op de planning zetten, rijden als dat nodig is, vragen of ze al hun spullen bij elkaar hebben. En als ze dat niet hebben, dan regelen ze het ook zelf hoor.’

‘Gevraagd advies kan wel, ongevraagd niet’

Trainer/coach Ton Wisse stelde in een eerder interview in deze reeks dat het idealiter daarbij blijft. Ouders moeten faciliteren en zich er verder inhoudelijk niet mee bemoeien. Van den Barselaar is van mening dat die laatste uitspraak genuanceerder moet. ‘Soms zoekt Zoë zelf even oogcontact of wenkt ze even, bijvoorbeeld na een goede redding of een tegengoal. Dan vindt ze het fijn om met een klein gebaar contact te hebben. Ook na de wedstrijd, in de auto terug van Amsterdam naar Hilversum, hebben we het wel eens over de wedstrijd en over de acties die ze heeft gemaakt. Wat ze er zelf van vindt. Wat ze eventueel de volgende keer anders kan doen.’

Wat je niet moet doen is als ouder langs de lijn ongevraagd adviezen gaan geven en je bemoeien met de wedstrijd, vindt hij. ‘Dat zie je overigens op elk niveau. Ook bij mijn jongste dochter, die in de MD8 speelt. Ouders die de regels niet eens kennen en toch vinden dat ze van alles moeten roepen. Wat meestal nergens op slaat. En al slaat het wel ergens op: dan nog moet je het niet doen.’

Als ouder direct naar de coach stappen? Dan sla je de plank mis

Je moet je kinderen loslaten, dat is de basis, vindt Van den Barselaar. Maar je bent natuurlijk ook trots en wil het beste voor je kind. ‘Ik ben zelf ook coach geweest en ik weet hoe irritant het is als ouders je komen vertellen wat je moet doen. Zo werkt het gewoon niet.’ Met jongere kinderen is het een ander verhaal, maar in de A- en B-leeftijd worden er over het algemeen afspraken gemaakt dat een kind zelf met de trainer of coach praat, vertelt hij. ‘Als je dan als ouder direct naar de trainer of coach stapt, als je kind ergens mee zit, sla je wat mij betreft de plank mis. Natuurlijk moet je je kind bijstaan, maar laat kinderen het eerst zelf proberen op te lossen. Daar leren ze veel van. Je kunt toch niet altijd hun problemen voor ze op blijven lossen?’

Minderheid

Er zijn meer ouders die er zo over denken, maar volgens Van den Barselaar is die groep in de minderheid. En dat zou de meerderheid moeten zijn. ‘Kinderen kunnen het zelf vaak prima oplossen.’ Lachend: ‘Mijn jongste, Nina, staat vaak rechtsachter, maar wil liever midden of voor staan. Laatst werd ze weer achterin opgesteld, maar heeft ze koppig de hele wedstrijd op het middenveld gestaan. En ze was weer op tijd terug achterin bij een aanval van de tegenstander. Niet helemaal de bedoeling natuurlijk, maar zo kan het ook.’


1 Reactie

  1. marcvanderbilt

    wat een gekke toon treft dit artikel. het geeft mij het gevoel dat je niet gewoon met elkaar kunt praten. veel trainers hebben top-sport achtige ideeen die niet altijd verstandig zijn en ook in de omgangsvormen slaan mensen (trainers net zo goed als ouders en kinderen) de plank in alle fanatisme nog wel eens mis. Daar kun je elkaar dan toch gewoon op aanspreken? en dan nog maar even een stapje verder met een probleem waar sportbonden serieus naar aan het kijken zijn. misbruik gedijt het beste in een situatie van exclusieve hierarchische relaties. kortom relax een beetje. overigens heb ik ook hele plezierige ervaringen met trainers en coaches van top-teams en ook met ouders en kinderen in top teams. maar de meeste mensen moeten van tijd tot tijd echt wel een beetje bijgestuurd en open, gelijkwaardige onderlinge communicatie tussen ouders en trainers helpt daar enorm bij.


Wat vind jij? Praat mee...