Scheidsrechtersmonoloog Van ’t Hek: ‘Het blijft een hobby. Mensen vergeten dat’

In de serie ‘De liefde voor hockey’ praten hockeyers in een monoloog over hun carrière en de liefde voor het spel. In de ‘Week van de Scheidsrechter’ praat Jonas van ’t Hek (37) over zijn liefde voor het fluiten. Hij is al 21 jaar scheidsrechter. ‘Scheidsrechters verdienen meer waardering.’

‘Vier wedstrijden fluiten in het weekend was bij ons in de familie niet raar, maar onderdeel van de clubcultuur op hockeyclub Maarssen. Elkaar plezier wensen en de scheidsrechters bedanken was normaal, ook als je vond dat iemand niet goed had gefloten. Toen ik 16 was floot ik mijn eerste wedstrijd. Zoals ik als hockeyer het eerste van Maarssen wilde halen, zo wilde ik als scheidsrechter graag Dames 1 fluiten. Als speler heb ik ook Maarssen Heren 1 bereikt, als middenvelder speelde ik daar Tweede Klasse. Ik deed leuk mee, maar eigenlijk nam al snel mijn fluitcarrière het voortouw. Ze zeiden tegen me dat ik voor de hockeybond moest gaan fluiten. Dus ging ik op zaterdag landelijke jeugd fluiten en speelde ik op zondag in het eerste. Ik heb voor mezelf elke keer doelen gesteld, die behapbaar bleven. Toen ik landelijke A-jeugd floot, wilde ik op zondag fluiten. Op Zandvoort maakte ik mijn debuut in de Derde Klasse.’

De palmares van Jonas van ’t Hek. Hij fluit al 21 jaar hockeywedstrijden. In veel landen wordt het aantal competitiewedstrijden bijgehouden, zoals in Engeland. Maar dat gebeurt in Nederland niet. Graphic: Ramon Min

‘Ik vind het leuk als er persoonlijkheden langs het veld staan’

‘Fluiten met een collega is niet zoals in een cockpit zitten van een vliegtuig. Er is geen gezagvoerder en een copiloot. Je hebt twee gelijkwaardige scheidsrechters op het veld, dat is de insteek. Uiteraard word je als je ervaren bent ook ingedeeld met talenten. Dan krijgt het talent vaak de ‘bankkant’ (de kant van het veld met de dug-out, red.). Dan leer je veel. Ik heb zelf nooit moeite met de bankkant. Ik houd juist van coaches als Michel van den Heuvel en Alexander Cox, die kunnen emotioneel reageren en eisen het maximale. Die gaan bij mij ook niet zeventig minuten lang over de schreef, want anders heb ik mijn grenzen niet duidelijk aangegeven. Ik vind het leuk als er persoonlijkheden langs het veld staan. Met Cox heb ik ook veel gesprekken gehad en hij is daarin echt verbeterd.’

‘Voor mij begint de competitiewedstrijd op de dinsdag of woensdag ervoor, als ik contact heb met mijn collega. Dat is voor mij een mentale start van de wedstrijd. De dag voor de wedstrijd laad ik de headset en horloge op en pak ik mijn tas in. We krijgen van de KNHB een trainingsjas, een regenjack, een broek en drie kleuren shirts, waar je een paar seizoenen mee moet doen. Als je aankomt op de club, is er bijna altijd een speciale en goede kleedkamer voor de scheidsrechter. Zo’n drie kwartier voor de wedstrijd kleed je je om. Vroeger was geel altijd de voorkeurskleur. Nu mag je zelf  een kleur kiezen, hoewel ik negentig procent van de wedstrijden in het geel fluit.’

Scheidsrechter Jonas van ’t Hek Hoofdklasse hockey ,competitie, heren, Amsterdam-Pinoke (3-2). Foto: Koen Suyk

De scheidsrechter fluit verschillende toonhoogten

‘Ik heb al jaren dezelfde fluit. Een zwarte aan een blauw touwtje. Vroeger had je fluitjes met een balletje en dan kon het balletje kapot gaan. De fluit die ik gebruik kan niet kapot en doet het al jaren goed. Ik heb ook collega’s die allemaal verschillende kleuren fluitjes hebben. Afhankelijk van het volume van het publiek en de randgeluiden fluit je harder of zachter. Je kunt in een wedstrijd ook met verschillende toonhoogtes werken. Als iemand een kleine overtreding maakt, fluit je zachter. Als je een grens wil aangeven fluit je heel hard. Daarvoor moet je een stuk harder blazen. Dan komt er echt een andere toon uit. Ik heb verder geen favoriet handsignaal. Ik denk alleen dat het mooiste signaal dat je kunt geven als scheidsrechter, voordeel geven is. Dan geef je ook aan dat je het spel en de wedstrijd aanvoelt en doe je je arm schuin omhoog.’

‘Kaarten hebben in het hockey allemaal een verschillende vorm. Volgens mij is het ooit zo ontworpen voor mensen die kleurenblind zijn. Ik ken veel scheidsrechters die de kaarten in verschillende zakken hebben. Ik doe dat niet. Ik heb alle kaarten in dezelfde broekzak. Als ik dan een kaart geef, moet ik eerst kijken wat ik nodig heb. Dat geeft ook een extra moment om nog over je beslissing na te denken. Ik sta niet bekend om mijn kaartgebruik. Ik heb in twintig jaar twee keer een rode kaart gegeven, en maar een keer een directe rode kaart.’

Emoties en ongeloof bij Teun Rohof en Klaas Vermeulen na een beslissing van Jonas van ’t Hek. Foto: Koen Suyk

‘Mentaal is een wedstrijd best een aanslag’

‘Een wedstrijd is vaak mentaal zwaarder dan fysiek. Eigenlijk de hele wedstrijddag. Je bereidt van tevoren de wedstrijd voor, je bespreekt het met je collega. Daarna probeer je zeventig minuten lang scherp te zijn. Je bent elke seconde gefocust. Het is niet alleen kijken waar de hockeybal is, maar kijken hoe spelers reageren. Het onderdeel van het fluiten is het zien van overtredingen. Soms kun je die niet letterlijk zien, maar zijn er meerdere elementen zodat je toch de juiste beslissing neemt. Je ziet niet alles. Ik neem best weleens beslissingen, terwijl ik niet zie wat er is gebeurd. Geluid is heel belangrijk. De hoek van inval, de hoek van uitval van een bal. Het raadplegen van je collega. Kijken hoe spelers reageren: je kunt het allemaal meenemen in je beslissing. Mentaal is een wedstrijd best een aanslag. Na zo’n wedstrijd kom je vermoeid thuis.’

‘De kunst van het fluiten is het faciliteren van het spel. Het begeleiden van een mooie wedstrijd, een mooie strijd, met fijne doelpunten en mooie acties. Daar hoort ook waardering voor de scheidsrechter bij. Die waardering voor de arbitrage is een basisvoorwaarde. Ik fluit zelf, puur omdat ik het leuk vind. Als je je dan geen onderdeel van het spel voelt, dan houdt het snel op. Ik doe het voor mijn lol.’

De verschillende vormen van de kaarten. Foto: Koen Suyk

Van ’t Hek mist de gezelligheid nu

‘Na de wedstrijd douche ik altijd. Dan bespreek je de wedstrijd goed na met je collega, soms ook met de beoordelaar. Meestal ben ik zeker nog tot een uur na de wedstrijd aanwezig. Er wordt tegenwoordig in de Hoofdklasse minder bier gedronken dan vroeger, maar ik denk dat het merendeel van de scheidsrechters na de wedstrijd zeker een biertje drinkt. De gezelligheid, het praatje met de barman en de mensen die je kent, dat is wat ik nu vooral mis nu er geen toeschouwers mogen zijn.’

‘Zoals in augustus de pepernoten alweer in de winkel liggen en de discussie over Zwarte Piet begint, kun je er elk seizoen zeker van zijn dat in september en oktober er over het niveau van de arbitrage wordt gesproken. Dat is elk jaar hetzelfde. Die storm gaat dan weer over en in mei, als het belangrijk wordt, zeggen ze vaak dat de wedstrijden goed begeleid worden.’

Olympische Spelen

‘Een van de hoogtepunten uit mijn carrière is de remontada (comeback, red.) van de Belgen tegen Duitsland, bij het EK in Antwerpen. België staat 0-2 achter in eigen stadion en ik geef een strafbal aan Duitsland. Keeper Vincent Vanasch doet een videocall en zegt dat de strafcorner waar de strafbal uit komt, met de hand is gestopt. Dat blijkt zo te zijn en de beslissing wordt teruggedraaid. Dat was goed gezien van Vanasch. Toen maakte Victor Wegnez de 3-2 en ontplofte het stadion. Het was uniek om als scheidsrechter op het veld te staan. Die wedstrijd was magisch.’

‘De Olympische Spelen van Tokio waren een doel voor mij. Daar is echt veel focus op geweest. Toen ik vorig jaar hoorde dat ik niet was geselecteerd, heb ik een pauze genomen van het fluiten van zes maanden. Dat is goed geweest. Nu sta ik weer met plezier op het veld. Het fluiten heeft me veel gebracht. Er is geen leeftijdslimiet voor scheidsrechters in de Hoofdklasse, maar ik weet nog niet hoe lang ik hiermee doorga. Ik zie ook voor me dat ik op een andere manier bijdraag aan het hockey. Zo hockeyt mijn zoon bij hockeyclub Zwaluwen. Misschien dat ik daar kan gaan coachen of op een andere manier kan bijdragen aan het verenigingsleven.’

Scheidsrechter Jonas van ’t Hek tijdens de wedstrijd tegen China op het WK hockey. Foto: Koen Suyk

Het zou elke week de week van de scheidsrechter moeten zijn

‘Het gevoel wat ik heb met fluiten is ook het gevoel wat ik wil meegeven tijdens ‘De week van de scheidsrechter’. Waar ik me hard voor wil maken is dat er meer aandacht voor de scheidsrechter is. Fluiten is hetzelfde als training geven, of coachen, of een bardienst draaien. Het is onderdeel van het verenigingsleven. We zijn allemaal vrijwilligers, die keihard nodig zijn. Die duizenden hockeywedstrijden per weekend kun je niet spelen zonder scheidsrechters. Het moet elke week bij wijze van spreken ‘Week van de Scheidsrechter’ zijn. De scheidsrechter moet standaard meer aandacht krijgen. Scheidsrechters zijn mensen die hun vrije zaterdag of zondag opofferen om op de club een potje hockey te leiden. Die verdienen meer waardering.’

‘Wat je tegenwoordig ziet, is dat de aanwas van scheidsrechters niet groot is. Er is een grote vraag naar enthousiaste scheidsrechters op alle niveaus. Ook in de top is er ruimte voor meer talent. Hockeyers moeten begrijpen dat fluiten heel leuk kan zijn. Er zijn echt veel andere leuke dingen die ik kan doen op zaterdag en zondag in plaats van een wedstrijd fluiten. Maar uiteindelijk heb ik altijd gekozen voor deze hobby.’

Lees ook andere hockeymonologen:


19 Reacties

  1. luchtisblauwgrasisgroen

    Respect voor de scheidsrechter! Toch denk ik bij Jonas altijd terug aan dit incident in 2017: De Belg Manu Stockbroekx maakte tijdens Bloemendaal-Kampong misschien wel de mooiste goal van het seizoen: vanaf de eigen 23-meterlijn rende hij iedereen voorbij en haalde hij schitterend uit met de backhand. Maar arbiter Jonas van ’t Hek dacht dat de bal buiten de cirkel werd geslagen en keurde de wereldtreffer af. Hierdoor plaatste Kampong zich alsnog voor de play-offs en werd uiteindelijk kampioen. Vanaf de andere kant van het veld was te zien dat de bal in de cirkel was.

    1. rubengraafland

      Als je het met je haviksogen zag van de andere kant van het veld zou ik ff gehoor geven aan zijn oproep en de fluit oppakken, zulk talent is hard nodig :)

    2. PeterMontijn

      Luchtisblauwgrasisgroen (lekker anoniem weer zoals altijd), dat komt omdat Jonas die wedstrijd was omgekocht, dat weet echt iedereen. Het kwam aan het licht toen hij in de eerste wedstrijd van het seizoen er op aan kwam rijden in een Ford Fiesta, weliswaar 5 jaar oud maar daar was duidelijk iets onoirbaars gebeurd. De zaak is nog in onderzoek.

    3. luchtisblauwgrasisgroen

      @Rubeng: ik ben veel te partijdig 😉

  2. asjemenou

    Inderdaad, de scheids hoort ook bij de hockey familie, niet alleen in de top maar nog meer in de breedte. Waar het vaak uit de bocht vliegt zijn de thuisfluiters, veelal ouders en vaak usual suspects. Daar moet harder door de vereniging worden opgetreden. Dat maakt hockey nog eerlijker.

    1. jobe

      Komt op elk niveau voor tot aan Hoofdklasse toe. Heeft te maken met willekeur en verandering van generaties. Ook arbiters vinden het belangrijk om aardig gevonden te worden of gewaardeerd. Een international kan om die reden meer maken en ploegen die bovenaan in een competitie staan. Het zou mooi zijn als ploegen krijgen waar ze recht op hebben, maar arbiters ook. Waardering voor alle scheidsrechters en oprecht fluiten voor alle teams.

  3. vostammer

    Een artikel dat zich zich niet beperkt tot een paar suffe oppervlakkige kwootjes maar dieper ingaat op de magie van een scheidsrechtersfluitje. Heerlijk !!

  4. hanna-reijneveld

    Ontzettend leuk, inspirerend artikel! Krijg meteen weer zin in een wedstrijd fluiten!

  5. FIHCOACH

    Mooi artikel fijne scheidsrechter ook en een oprecht mens.

  6. fluiten-is-mooi

    En moest Bloemendaal toen niet in de halve finale tegen Kampong? Drie wedstrijden had Bloemendaal de kans om dit 'misverstand' van Jonas recht te zetten! Jammer dat je dat er niet bij vermeld... Even het sarcasme opzij: ik blijf het een zwaktebod vinden om scheidsrechters 'fouten', 'misverstanden' en vermeend wedstrijdverloop' in de schoenen te schuiven, om gebrek aan spelregelkennis bij supporter of speler te verhullen.

  7. Avdd

    Laten wij de scheidsrechters nou niet belangrijker maken dan ze zijn. Ze hebben een ondersteunde rol maar het lijkt soms wel op hockey.nl dat de sport scheidsrechteren ipv hockey. Omdat de top scheidsrechters zich steeds meer in het middelpunt manoeuvreren worden de verwachtingen ook steeds hoger en die maken ze voor als nog weinig waar.

    1. RonaldUdo

      Bijzonder om je reactie te lezen en dat je daarmee een positief bedoeld stuk omdraait met een negatieve opinie. Hockey en scheidsrechteren doen we toch samen? Jammer! Zo niet nodig!

    2. magnus-querqus

      Zeker niet, maar als derde team wel essentieel! En de meeste scheidsrechters zijn zich er terdege van bewust dat het niet om hen draait...

  8. robert-louet-feisser

    Leuk stuk! Een aantal jaren samen mogen spelen met Jonas op Maarssen. Sympathieke vent en ik denk een prima scheidsrechter. Jammer dat azijnpissers altijd in staat zijn om een leuk en positief verhaal een negatieve draai te geven.

  9. slangenmensnl

    Inspirerend artikel; en herinnert me er aan om (als 45+er) weer wat minder tegen de scheids en te praten. 🙄 @ jobe Zit waarschijnlijk kern van waarheid in. Zou fluiten door: óf 1 uit- en 1 thuis-scheidsrechter óf 2 uit-scheidsrechters een oplossing daarvoor zijn ? Of worden die dan gelyncht ? (figuurlijk gesproken dan)

  10. maartenterbekke

    Zo jammer dit! De week van de scheidsrechter is nog niet voorbij of de waardering voor deze groep vrijwilligers die op alle niveaus meer commentaar dan complimenten om hun oren krijgen is alweer tanend. Veel waardering en respect voor Jonas en alle anderen van het fluitcorps.


Wat vind jij? Praat mee...