Kerstrapport HK Heren: Bloemendaal top, waar zijn de Allyminati?

De eerste competitiehelft van de Hoofdklasse Heren zit erop. Een moment om de tussenbalans op te maken. Welke ploegen, spelers en trainers hebben het goed gedaan en voor wie is er werk aan de winkel? 

Toppers

Bloemendaal

Waar alle ploegen continu benadrukken hoe bijzonder het is dat er nu een top-8 is van teams die kans maken op de play-offs, spot landskampioen Bloemendaal met alle sportwetten door in de huidige competitieve Hoofdklasse soeverein de ranglijst aan te voeren.

Dat is bijzonder, omdat Bloemendaal last heeft van serieuze blessures. Jorrit Croon, een van de gangmakers, was bijna de hele eerste seizoenshelft niet inzetbaar. Routinier Sander ’t Hart werd gemist. Net als international Floris Wortelboer en Oliver Polkamp. De nood was zo hoog, dat de gestopte oud-international Wouter Jolie weer werd opgetrommeld.

Coach Michel van den Heuvel kan in zijn vierde seizoen bij Bloemendaal teren op een sterk geraamte van de ploeg. Een team met een ruggengraat, waar niet alleen sterspelers heersen, maar ook hardwerkende stille krachten als Jasper Brinkman en Mats de Groot.

Bloemendaal staat als een huis, is dé titelfavoriet en heeft in  Tim Swaen en Roel Bovendeert de meest in het oog springende spelers.  Jarenlang waren er twijfels over de strafcorner van Swaen. Dit jaar heeft de ooit van Tilburg overgekomen verdediger geantwoord. Hij pusht de corners per week harder en beter gemikt in het goal. Hij scoorde tot nu toe 15 doelpunten.

Goaltjesdief Roel Bovendeert is in dit olympische jaar bezig met het seizoen van zijn leven. Hij scoorde al wat beauty’s en is niet te stoppen, extra gemotiveerd door het feit dat hij buiten de 26-koppige selectie van Oranje is gevallen. Zijn wraak is vooralsnog zoet, maar zal pas echt zoet smaken als hij weer wordt geselecteerd.

Maico Casella Schuth
Hij is buiten het veld een stille, bijna verlegen jongen. Eenmaal binnen de lijnen, verandert Maico Casella Schuth in een soort roofdier, een vierentwintig karaats killer. Zijn specialiteit: de tip-in. Altijd staat de spits van HGC op de goede plek. Dat is niet alleen een gave, maar ook het resultaat van vele uren training. Maar Casella kan meer dan alleen de bal intikken. Kijk naar zijn backhand-goal in de uitwedstrijd tegen Rotterdam. Twaalf veldgoals maakte de Argentijn in dertien wedstrijden. Niemand scoorde er meer. En dan heeft hij ook nog een strafcorner in zijn wapenarsenaal.

Zondag tegen Kampong verschalkte Casella nog David Harte, de beste keeper van de Hoofdklasse. Bij HGC horen we al niemand meer over Ashley Jackson, de Britse wonderboy die vorig seizoen de Hoofdklasse betoverde.
We zijn benieuwd hoe ver Casella, gesteund door aanjager Seve van Ass, HGC kan brengen in het tweede deel van het seizoen. Kijk er niet raar van op als Casella ook in Tokio van zich laat horen.

Maico Casella Schuth juicht na zijn treffer tegen Kampong. Foto: Frank van der Leer/Orange Pictures

Eric Verboom
‘Hoe hebben we nu kunnen verliezen van deze ploeg?’ Het is een opmerking die we de afgelopen maanden geregeld hoorden uit de mond van spelers van topploegen, die na een nederlaag tegen Den Bosch van het veld dropen. Dat gold voor Oranje-Rood (2x), Amsterdam, Pinoké en Kampong. Van de top acht waren alleen Bloemendaal, HGC en Rotterdam te sterk voor Den Bosch. Echte uitschieters kent de Bossche formatie niet.

Het team klopt gewoon. De organisatie staat als een huis, alle spelers weten wat ze moeten doen en zijn vol zelfvertrouwen. De credits voor het succes van de huidige nummer twee van de ranglijst gaan naar de coach: Eric Verboom. Hij wordt al jaren geroemd om zijn gevarieerde trainingsstof, maar maakt nu als coach ook echt naam. Verboom werkt aan zijn internationale ervaring als assistent bij Duitsland.
Hoe lang is hij nog te behouden voor Den Bosch?

Eric Verboom instrueert zijn spelers. Foto: Bart Scheulderman

Meevaller

Rotterdam

Na twee teleurstellende seizoenen zonder play-offs en financiële problemen was het de vraag wat de trotse club uit havenstad met het mooie stadion nog voor rol kon spelen in de Hoofdklasse.

Het team keek in de voorbereiding diep in de eigen ziel en ontdekte dat er maar een ding op zat: Rotterdams de mouwen opstropen, elke wedstrijd als een finale aanvliegen en dan kijken waar het schip strandt.

Dat werkt.

Rotterdam juicht na de 1-1 gelijkmaker in de laatste seconde tegen Bloemendaal. Foto: Koen Suyk

Natuurlijk is er ook de terugkeer van de razendsnelle aanvaller Thijs van Dam – verkozen tot grootste talent van het WK in India – en de begaafde verdediger Justen Blok, die het team weer van een kwaliteitsimpuls hebben voorzien. Gecombineerd met sterke vaste krachten als Jeroen Hertzberger, Tristan Algera, Diede van Puffelen en Tjep Hoedemakers staat er een team om rekening mee te houden. Dat er vlak voor de winterstop zand in de motor kwam met nederlagen tegen HGC en Tilburg, was jammer voor de Rotterdammers. Daarom zullen ze na de winterstop in een heftige strijd verwikkeld raken met onder meer Kampong voor een playoff-ticket.

Twijfelgeval

Kampong
Voor het seizoen waren er twee ploegen die volgens elke kenner ver boven de rest zouden uitsteken: Bloemendaal en Kampong. De Mussen hebben die reputatie als koploper waargemaakt. Kampong staat daarentegen slechts vijfde met al vijftien verliespunten in dertien wedstrijden.
Dat is een behoorlijke tegenvaller voor de club die maar wat trots was dat ze alle andere Hoofdklasse-teams aftroefde door Jonas de Geus én Terrance Pieters binnen te halen. Met deze gewilde Almeerse internationals in de gelederen, ging Kampong aanvallender spelen, zo was de belofte. Weg met het anti-hockey. Van al die mooie plannen is in het eerste deel van de competitie amper iets terecht gekomen.

Het excuus: het blessurespook waart weer rond op De Klapperboom. In de slotwedstrijd voor de winterstop tegen HGC had Alexander Cox nog slechts dertien veldspelers tot zijn beschikking en viel de coach terug op het oude Kampong-hockey: een muur metselen rond de cirkel en hopen op of een ingeving van de spitsen Kellerman en Phijffer of een corner van het kanon Jip Janssen.

De wedstrijd tegen HGC was symptomatisch voor het eerste deel van de competitie van Kampong. Geweldig was het niet, maar de ploeg bulkt van de kwaliteit en mentaliteit waardoor het toch nog 2-2 werd. Kampong staat nu, negen wedstrijden voor het einde, vijfde. Die play-offs gaan de Utrechters wel halen, maar er moet heel wat verbeteren om serieus aanspraak op de titel te kunnen maken.
Nog een aandachtspuntje: een ploeg met zoveel kwaliteit heeft al dat gezeur op tegenstanders en scheidsrechters niet nodig. Daarmee verliest de ploeg in rap tempo geschorste spelers (en coach) én veel sympathie.

Tegenvallers

Amsterdam

Een nieuwe coach in de vorm van clubicoon Santi Freixa, een handvol nieuwe jonge spelers met briljantjes als Brent van Bijnen en Floris Middendorp, een ervaren nieuwe Belgische kracht in de vorm van Tanguy Cosyns: dit seizoen moest het definitief anders bij Amsterdam, dat afgelopen seizoen in een crisis verkeerde met het ontslag van coach Graham Reid, maar toch nog knap de play-offs wist te halen na een fenomenale inhaalrace.

Santi Freixa. Foto: Koen Suyk

Maar dit seizoen wil het maar niet fonkelen bij Amsterdam, op wat schitterende individuele momenten na. De samenhang ontbreekt. Het spelplezier is er nauwelijks. De jonkies, tieners veelal, moeten het zien te rooien met de dertigers en dat blijkt geen gelukkige combinatie. Amsterdam heeft op de zevende plaats al zeven punten achterstand op een playoff-plek.

Amsterdam is de recordkampioen van Nederland, maar lijkt op deze manier nog jaren te moeten wachten voordat ze een 22ste titel aan hun palmares kunnen toevoegen. Dit Amsterdam begint op een ouderwetse langspeelplaat te lijken, die jaren in dezelfde groef blijft hangen. Elke keer hopen ze in de hoofdstad op beterschap. Af en toe verspringt de naald ook iets, maar uiteindelijk klinkt toch steeds weer hetzelfde liedje. Dat is jammer, want instituut Amsterdam is wel een van de weinige ploegen in de Hoofdklasse die altijd aanvalt en aantrekkelijk hockey wil spelen.

Allyminati
Het was op 24 november 2019 dé wedstrijd van het seizoen voor Almere tegen Tilburg. Een overwinning voor de Flevolanders was o zo nodig om uitzicht te houden op een playout-plek. Normaal zijn dat de momenten waarop de club haar krachten bundelt en het vege lijf redt. Hoe vaak is dat de afgelopen jaren wel niet gebeurd bij de lieveling in de Hoofdklasse?
Maar het was stil en bleef stil deze november-zondag in Almere.

Allyminati

De sterk uitgedunde Allyminati. Foto: Willem Vernes

Waar waren de Allyminati? De luidruchtige supportersschare die de club door dik en vooral dun steunt. Slechts een handjevol fanatiekelingen ontwaarden we aan de rand van het veld rond een spandoek. Zonder de steun van haar aanhang hing Almere lange tijd verslagen in de touwen. Coach Pasha Gademan rende en schreeuwde vol passie langs de lijn. Door twee oprispingen van Valentijn Charbon haalde de thuisploeg toch nog een punt. Iedereen bij Almere nam het voor kennisgeving aan. Ruim een uur na afloop werd de laatste bezoeker al het clubhuis uit geveegd.
Er is echt meer passie en inzet bij de hele club nodig om Almere voor de Hoofdklasse te behouden.


2 Reacties

  1. stekel

    Opvallend: kampong: dat gezeur op tegenstanders en scheidsrechters niet nodig. En de ervaren spelers van Amsterdam zijn t toonbeeld van ?

  2. Eelco Houwink

    Goede en evenwichtige anslyse. Bij Den Bosch valt op dat de vernieuwing van het team en de integratie van nieuwe jonge krachten erg goed geregeld is. Mooi zoals ervaren krachten als Lodewijks en Galema die jongens ruimte geven en belangrijk maken.


Wat vind jij? Praat mee...