Benninga: ‘Niet als international met oogkleppen op lopen’

Rogier Hofman (30) speelde op de Olympische Spelen in Rio zijn 212e en allerlaatste interland. Hij speelde zijn eerste interland in 2006. In een serie van vijf blikken we met oude teamgenoten en coaches terug op zijn interlandcarrière. Vandaag kinderarts en oud-international Marc Benninga, die door Rogier Hofman en Tim Jenniskens werd benaderd voor de stichting Sport Helpt.

Een paar jaar geleden klopten Rogier Hofman en Tim Jenniskens in het Emma kinderziekenhuis in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam aan bij oud-international Marc Benninga. ‘Of ik ze wilde helpen voor het goede doel. Dat deed ik graag, want ik heb connecties in de sportwereld en het ziekenhuis,’ vertelt de kinderarts. ‘Het is mooi dat Rogier zo maatschappelijk geïnteresseerd is. Hij is opgekomen voor een minder bedeelde groep en dat vind ik bijzonder.’

LOOSDRECHT - Lancering Sport Helpt, een initiatief van hockeyers Rogier Hofman en Tim Jenniskens. FOTO KOEN SUYK

Lancering Sport Helpt, een initiatief van hockeyers Rogier Hofman en Tim Jenniskens. Foto Koen Suyk.

‘Ik zie de ernstige kinderen’

Als kinderarts met specialisatie maag, darm, leverziekten behandelt Benninga veel kinderen met ernstige aandoeningen. ‘Soms zijn ze weken of maandenlang in het ziekenhuis. Ik zie de ernstige kinderen. De kinderen die een maand niet kunnen poepen of zes maanden niet naar school kunnen, vanwege ernstige buikpijn. Met sommige kinderen moet je zware en moeilijke beslissingen mee. Uiteindelijk schakel je je emoties soms uit, want ik zie zoveel ernstige gevallen. Maar in sommige gevallen neem ik het mee naar huis.’

‘Het maakte diepe indruk op ze’

Toen Hofman en Jenniskens bij Benninga waren geweest, ging het daarna snel met Sport Helpt, de stichting die zieke kinderen een droomontmoeting schenkt met een international van hun favoriete sport. Vorig jaar hielp de stichting bij het 150-jarige lustrum van het Emma kinderziekenhuis: met een Cruijff Court op het centrale plein en hockeyinternationals van de Oranje Heren en Dames. ‘Rogier en Tim hadden die behoefte van die kinderen goed gezien, nadat ze een eerste ontmoeting hadden met zo’n ziek kind. Dat lustrum sloeg in als een bom. Op onze afdeling met zo’n honderd kinderen zag ik dat het diepe indruk op ze maakte.’

Een klein gebaar kan een ziek kind helpen

Benninga is vol lof over Hofman en Jenniskens. ‘Het is schitterend dat ze dit hebben opgezet. Die twee jongens zijn altijd enthousiast en bevlogen. Als oud-international weet ik dat je jarenlang een enorm bevoorrechte positie hebt. Ook als je jaar in jaar uit oogkleppen op hebt tijdens je eigen hockeycarrière en in een vliegtuig de wereld rond reist, moet je je wel beseffen dat je met een klein gebaar zoals een ziek kind opzoeken iemand kunt helpen. Zoals een oranje shirtje brengen. Ik vind het mooi aan Rogier dat hij maatschappelijk geïnteresseerd is voor een minder bedeelde groep. Het is niet automatisch dat ze dit doen voor anderen. Andere internationals zijn soms weer teveel met zichzelf bezig.’

Jaap en Rogier

Keeper Jaap Stockmann en Rogier Hofman in actie voor de stichting ‘Sport Helpt’

Benninga maakt zich samen met andere oud-internationals van de Batavieren zorgen over de huidige generatie internationals. Hij vraagt zich af of ze met alle trainingsuren nog wel genoeg tijd hebben om aan hun maatschappelijke carrière te werken en initiatieven te ontplooien zoals Hofman en Jenniskens met Sport Helpt hebben gedaan.

Spagaat tussen belangen trainer en spelers

‘Ik denk dat er een spagaat is ontstaan in de hockeywereld de afgelopen jaren, waarbij internationals alleen maar focussen op hun hockey. Want dat wil de trainer. Die lenen jongens tien jaar van hun leven. De trainer eist dat ze drie of meer dagen per week op Papendal zitten. Maar ze moeten daarna wel nog een baan in het leven bemachtigen. Dan moeten ze nog veertig jaar. Ik denk dat je niet te monomaan alleen maar op hockey moet focussen. Daar zijn we met oud-internationals nu ook mee bezig. Anders wordt hockey net als voetbal. Je ziet het aan de coaches bij de clubs, ze eisen alleen maar dat ze meer trainen. ’

Nederlands elftal Heren Floris Bovelander; Marc Benninga

Floris Jan Bovelander en de geblesseerde Marc Benninga na het halen van het brons bij de Olympische Spelen van 1988.

Wereldkampioen in Lahore

De generatie van Benninga, die in 1990 in het Pakistaanse Lahore wereldkampioen werd, is niet te vergelijken met de huidige generatie internationals. Die hadden veel meer mogelijkheden om ernaast te studeren, terwijl de huidige generatie in het traject voor de Olympische veelal studie en baan moesten opzeggen. Maar ook Benninga – wiens zus Carina en vrouw Ingrid Wolff ook in het Nederlands Elftal speelde – weet dat hij discipline nodig had en een coach die hem daarbij hielp. ‘Richting een groot toernooi trainden wij ook vier tot vijf keer in de week. Maar wel altijd ’s avonds. Nu zie je dat er bijna nooit meer ’s avonds wordt getraind. Dat is voor de trainer goed, want die kan dan ’s avonds thuis zijn. Daar moeten we een discussie over voeren. Ik moest vroeger met Oranje elke woensdagavond in het ziekenhuis zijn, maar ik was bang om het aan de coach te vragen. Gelukkig reageerde toenmalig coach Hans Jorritsma goed (toen bondscoach, nu teammanager Nederlands voetbalelftal, red.).’

Joyce Sombroek weet alles te combineren

Een perfect voorbeeld van iemand die het drukke hockeybestaan wel kan combineren met een studie, is geneeskundestudente Joyce Sombroek. De keepster van Oranje – gekozen tot de beste van de wereld in 2014 en 2015 –  loopt nu een maand coschappen in Sydney, voordat ze straks haar studie afrondt in Nederland. ‘Zij is zeldzaam. Zij is het perfecte voorbeeld van iemand die discipline en inzet perfect combineert.’

Floris Evers, Marc Benninga

Oud-internationals Floris Evers en Marc Benninga.

De bevlogen kinderarts hoopt in ieder geval dat internationals ook aan hun maatschappelijke carrière blijven denken, zoals Hofman dat ook deed, ondanks de drukte en de waan van de dag. Behalve een mooi mens vindt Benninga de speler van Bloemendaal ook een schitterende hockeyer. Zelf speelde hij 53 interlands. ‘Rogier is altijd enthousiast en bevlogen. Het is leuk om naar zijn hockey te kijken. Hij is een hele snelle speler met een enorm tempo.’ Lachend: ‘Hij heeft alles wat ik niet had, zeker met die schitterende backhand.’

Lees ook in de serie over Rogier Hofman:


Wat vind jij? Praat mee...