Aat de Roos, de vooroorlogse Jorrit Croon van Oranje

In de rubriek Oranje Franje belichten we opvallende en niet-alledaagse gebeurtenissen uit de rijke historie van de beide Oranje-teams. In deze aflevering aandacht voor Aat de Roos, die je gerust de Jorrit Croon van het vooroorlogse Oranje mag noemen.

We gaan even terug naar mei 2019, naar de finale van de play-offs om de landstitel tussen de mannen van Bloemendaal en Kampong. In het eerste van in totaal drie duels doet Jorrit Croon iets wat alleen hij zo goed kan. De middenvelder van Bloemendaal opent de score aan een ongeëvenaard staaltje airhockey.

Met de bal in de lucht aan de stick gekleefd slalomt hij langs een aantal spelers van Kampong om vervolgens vanuit de lucht met zijn backhand raak te pushen. Een doelpunt met de allure van een kunstwerk van onschatbare waarde.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Een bericht gedeeld door hockey.nl (@hockeynl)

Vele jaren eerder, in de beginjaren van het interlandhockey bij de mannen, was er in Oranje ook al een speler met vergelijkbare hockeyskills. Zijn naam: Aat de Roos. Geboren in 1919 in Bloemendaal en al op jonge leeftijd gezegend met een oogstrelende balbehandeling.

De Roos debuteerde in Oranje tijdens de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn en vormde met Ernst van den Berg en Hans Schnitger het levensgevaarlijke middenveldtrio van het Nederlands elftal. Hoewel de interlandloopbaan van De Roos maar achttien interlands telde (met liefst zestien treffers), liet hij in die duels een onuitwisbare indruk achter.

In wedstrijdverslagen van landelijke kranten en het toenmalige magazine Hockey Sport kwamen verslaggevers superlatieven tekort om zijn spel te beschrijven. Het was een speler die mensen naar het hockeyveld trok: je moest hem een keer in het echt hebben zien spelen.

Bal opwippen en hooghouden

Kenmerkend voor de stijl van De Roos was het zogenaamde tateren, een langvervlogen term in het hockey. Als je taterde, dan wipte je de bal op om hem vervolgens rennend hoog te houden en zo je tegenstanders te passeren. De Roos kon dat als geen ander. Hij eiste daarmee de hoofdrol voor zich op in de interlands met Frankrijk (1-5 zege) en Schotland (4-0 zege), waarin hij respectievelijk vier en drie keer scoorde en zijn tegenstanders telkens te slim af was.

Aat de Roos (derde van rechts) lost een doeltreffend schot in de interland tegen Schotland (4-0). Foto: Hockey Sport

Door zijn onnavolgbare techniek werd het spel van De Roos vaak bestempeld als Brits-Indisch. In de ogen van veel hockeykenners hadden alleen de machtige Indische hockeyers een vergelijkbare balcontrole en stickvaardigheid. Dat de behendige middenvelder het tennissen zo goed beheerste, was logisch te verklaren. Het welgestelde gezin waarin De Roos opgroeide in Bloemendaal beschikte over een riante villa met tennisbaan. Daar bracht hij in zijn jeugd vele uren door en ontwikkelde hij zijn feilloze balgevoel.

Taat de Roos

Toch een gemiste kans dat geen enkele verslaggever het destijds aandurfde om de koosnaam Taat de Roos voor deze getructe speler te introduceren.

Lees hier de eerdere afleveringen in deze rubriek


Wat vind jij? Praat mee...