Hockeyverhalen: wedstrijdrituelen. Elke zaterdag verplicht Gladiator kijken

In ‘Hockeyverhalen’ anekdotes van redacteur Sander Collewijn, die o.a. bij Hurley Hoofdklasse speelde. Deze week over wedstrijdrituelen.

‘What we do in life echoes in eternity’.

Dit is wat Maximus Aurelius tegen zijn Romeinse leger zegt in een van de eerste scènes van de film ‘Gladiator’, waarin de generaal, gespeeld door Russel Crowe, het opneemt tegen de Germanen. Maximus wordt door verraad een slaaf in Afrika, maar keert als gladiator terug in het Colosseum in Rome. Uiteindelijk wint hij elk gevecht, weet hij zelfs tijgers te omzeilen en werkt hij zich op tot kampioen van de arena en favoriet van het volk.

Er alles aan doen om uit de denkstand te komen

Als ik op zaterdagavond het goede gevoel moest krijgen, in de Grote Belangrijke Voorbereiding op de hoofdklassewedstrijd zondag, dan werd Gladiator in de DVD-speler gegooid (een DVD-speler is een soort Netflix op een zilveren, ronde schijf, red.).

Als onzekere neuroot kon ik de wedstrijd van zondag té groot maken, waardoor ik gespannen aan de hoofdklassewedstrijd begon. Bij de juiste voorbereiding kon ik hier prima mee omgaan en had ik vooral zin in de wedstrijd. Het luisterde allemaal heel nauw.

Als ik met een glimlach hockeyde, was ik meestal goed en maakte ik intuïtief de juiste keuzes. Maakte ik de wedstrijd heel groot en nam ik het vanaf zaterdagavond al te serieus, dan blokkeerde ik. Dan nam ik makkelijke ballen niet aan, omdat ik te veel in een denkstand stond. Of maakte ik de verkeerde keuze, omdat ik het té graag goed wilde doen.

De wedstrijd te groot maken gebeurde meestal, als ik op zaterdagavond weinig afleiding had en te veel tijd had om na te denken. Dan begonnen mijn gedachten af te dwalen naar de zondagmiddag. Dat bleek voor een frivole rechtsbuiten geen goed idee. Daardoor hoorde een juiste invulling van de zaterdagavond bij een perfecte wedstrijd. Zaterdagavond op de bank de wedstrijd solitair overdenken of de hort op met vrienden, om in zo’n vrolijke flow te komen, dat ik helemaal niet meer aan hockey dacht, maar zondagochtend wellicht wat moe was.

Een lastige balans.

De oplossing heette Gladiator. Op zaterdagavond bijna drie uur naar zwaardgevechten kijken op leven en dood was altijd de beste keuze. Gladiator was beter dan een zware Scandinavische of Mediterraanse arthousefilm, waar ik normaal gek op was, maar verdrietig van werd, waardoor ik niet meteen zou slapen.

Grote liefdes, gevoelens en oorlog

Nu is een film voor de wedstrijd kijken doodnormaal in de sport. Tennisser Richard Krajicek keek de zaterdagavond voordat hij in 1996 Wimbledon won, de heroïsche film Braveheart. Ook een film met veel wapengekletter. Zondagochtend keek hij een paar uur voor de finale zijn favoriete scène nog een keer terug.

De Nederlandse hockeysters die al het zilverwerk veroverden wat er mogelijk was, met olympische titels in 2008 en 2012, hadden de verplichting om voor elke belangrijke wedstrijd de romantische film ‘The Notebook’ te kijken. Die verplichting voor onder andere Ellen Hoog en Naomi van As duurde van 2005 tot 2016. De film waarin hoofdpersoon Noah (Ryan Gosling) in de stromende regen, na een boottochtje hartstochtelijk zoent met zijn grote liefde Allie (Rachel McAdams).

Allie is de liefde van zijn leven, maar zij is verloofd met iemand anders, omdat ze 365 brieven van Noah niet heeft ontvangen. ‘It wasn’t over. It’s still isn’t over’, concludeert Noah, waarna de film zoetjes richting het einde snort, en de zakdoek bij de aftiteling voorhanden ligt, als ze samen sterven.

Op leven en dood. Voor de eeuwigheid.

Zo is het ook bij Gladiator. De generaal die slaaf wordt en als kampioen sterft in een vol Colosseum, maar niet nadat hij eigenhandig Ceasar heeft afgemaakt. Waarna de zus van Ceasar – die verliefd was op Maximus – in een vol Colosseum het volgende zegt: ‘Is Rome worth one good mans life? We believed it once. Make us believe it again. He was a soldier of Rome. Honor him.’

(Excuses voor alle spoilers, red.)

De camera draait dan omhoog van een leeg Colosseum naar de schoonheid van de oude stad. Kippenvel. Bij de aftiteling kreeg ik weer helemaal zin in het leven. In strijden. Geloven in wat je doet. Met ziel en zaligheid. Op leven en dood. Voor de eeuwigheid.

Hockey is soms ook een soort oorlog.

Veel zaterdagavonden keek ik Gladiator. Dat was geen straf. Elke keer was ik op zoek naar het goede gevoel, naar het zelfvertrouwen, vluchtend voor mijn eigen faalangst. Het kijken van Gladiator gaf rust in het lichaam en transformeerde mijn initiële angst. In de beste competitie van de wereld ging het er hard aan toe. Als je om kwart voor drie niet klaar was voor de strijd, verstijfd van angst, leed je zo vijf keer balverlies en vond je jezelf snel terug op de bank.

De Schot Kenny Bain van Hurley. De 1e play-offs wedstrijd tussen Klein Zwitserland en Hurley op Sportpark Klein Zwitserland in Den Haag, 2018. Foto: Marcel van den Bos

Huisgenoot bracht koffie, ik maakte de croissantjes. Dit moest.

Als de zaterdagavond succesvol was verlopen, was er nog de zondagochtend. Die moest op een wedstrijddag altijd hetzelfde verlopen. Elke zondag moest ik wakker worden op de klanken van Le Femme D’Argent van de Franse band Air, een rustig deuntje dat mijn stereotoren als eerste afspeelde op de wedstrijddag. Daarna volgden de andere rituelen. Mijn huisgenoot, ook mijn teamgenoot, kwam altijd op zondag koffie brengen. Het hoorde bij de stilzwijgende deal waarbij ik altijd zes croissantjes rolde en in de oven stopte in ons hockeyhuis van drie teamgenoten.

Eenmaal op Hurley was ik verantwoordelijk voor de muziek. Elk jaar probeerden we dikkere boxen te kopen, waardoor er een uur voor de wedstrijd een soort Thé Dansant ontstond in onze kleedkamer. Bij het omkleden voor de wedstrijd zette ik mijn favoriete housemuziek op maximaal volume aan in onze eigen kleedkamer.

Elke zondag had ik wel een paar houseknallers die ik erin gooide, maar ‘Canto di Orfeo’ van Espirito was het zomerse housedeuntje dat ik altijd moest horen voordat ik ging hockeyen. Een nummer waarvan ik vond dat teamgenoten die ook elke zondag moesten horen, voordat we de arena betraden voor de wedstrijd.

De meeste teamgenoten vonden het wel lekker en degenen die het niet prettig vonden, kleedden zich ergens anders om. In de kleedkamer stonden we nog net niet te dansen, maar de vrolijkheid van het nummer, gecombineerd met de energie en de climax,  zorgde ervoor dat ik ongelofelijk veel zin kreeg om te knallen in de wedstrijd.

Vlak voor de wedstrijd verplicht naar de WC

Dan moest er vlak voor de wedstrijd nog verplicht geplast worden. Dat kon soms in het clubhuis, maar liever ergens in de bosjes. Dat hing heel erg van de hockeyclub af en hoe die gelegen was. Maar dat zenuwenplasje moest gedaan worden. Ik timede dat moment altijd zo’n tien minuten voor de afslag.

Terug op het veld, moest ik nog een paar keer succesvol op goal slaan. Ik moest van mezelf in ieder geval één keer het zijnet of de zijplank raken, anders was ik niet tevreden en had ik een minder gevoel voor de wedstrijd, want als ik in de wedstrijd op goal zou slaan moest het richting de zijplank.

Als de scheidsrechter daarna nog aangaf dat het een paar minuten was voor de start, moesten de veters opnieuw gestrikt worden in de dug-out. Allebei minimaal met twee knopen, zodat ze nooit los konden raken tijdens het spelen. De sokken nog één keer helemaal omhoog en zeker weten dat de scheenbeschermers bleven zitten. Anders deed ik nog een stukje tape om mijn sok.

Teamhuddle van Rotterdam tijdens de hoofdklassewedstrijd hockey tussen de heren van Rotterdam en Voordaan (1-1). Foto: Koen Suyk

Er was een kans dat ik een lekkere wedstrijd zou spelen

Daarna de huddle. Alle handen op elkaar en onze yell ‘Eén, twee, drie, pielen!!’ zo synchroon mogelijk uitvoeren. Ook een ritueel.

Als het gevoel op dat moment goed was en ik met een glimlach naar de middenlijn liep voor de afslag, als alle rituelen correct waren uitgevoerd, dan was er een kans dat ik een lekkere wedstrijd zou spelen.

Heb jij ook bijzondere, leuke of rare rituelen voor de zaterdagavond of de wedstrijd? Individueel of met het team? Mail ze naar redactie@hockey.nl.

Lees ook andere hockeyverhalen

Wat vind jij? Praat mee...