EK 1995: reflexen Toxopeus bezorgen Oranje de Europese titel

Vanavond is de afslag van het Europees kampioenschap in Amstelveen. Hockey.nl blikt terug op het EK van 1995, het eerste EK bij de dames op eigen bodem. Na vijf jaar zonder hoofdprijs stonden de Oranje Dames eindelijk weer op de hoogste trede van het ereschavot, mede dankzij keepster Jacqueline Toxopeus die haar reputatie als strafballenkiller eer aan deed in de finale tegen Spanje.

De ogen van achtduizend toeschouwers in het volle Wagener Stadion bewegen naar een kant van het veld, gericht op het 3,66 meter brede en 2,14 meter hoge doel. De finale die in 2-2 is geëindigd wordt beslist vanaf de strafbalstip. De strijd van elf tegen elf is gelimiteerd tot een vrouw-tegen-vrouwgevecht.

‘Die strafballen zijn een zenuwenbedoening. Ik kreeg er bijna pijn in mijn buik van’, omschrijft Jacqueline Toxopeus het gevoel tijdens zo’n serie. ‘Iedereen zegt dat je als keeper niets hebt te verliezen. De strafbal is eigenlijk een doelpunt tenzij de keeper hem tegenhoudt. Het is goed als je als keeper de bal stopt, maar ook niet erg als je de bal niet stopt. Maar, zo zat ik er helemaal niet in. Ik wilde gewoon winnen.’

Jacqueline Toxopeus maakt zich op voor de strafballenserie in de EK-finale van 1995 tegen Spanje. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Druk en spanning

‘Je zet jezelf op zo’n moment enorm onder druk en dan komt er ook nog een stuk spanning bij. Je moet je heel erg focussen op jezelf, op je ademhaling. Je moet de positieve spanning vasthouden en voorkomen dat je in een negatieve spanning komt. Op dat moment was ik compleet voorbijgegaan aan het feit dat mijn tegenstander dit gevoel natuurlijk ook had.’

Na een tikje tegen de linkerdoelpaal en een tikje tegen de rechter gaat Toxopeus klaar staan en wacht op wat komen gaat. ‘Ik ging ervanuit dat in een strafballenserie meestal door de stress van het moment twee ballen niet goed worden genomen. Ik probeerde daarop te reageren en ging er vol voor. Dat was mijn tactiek. Het klinkt misschien opschepperig, maar omdat ik op mijn reflexen keepte, kwam het voor dat ik ook een goed genomen strafbal stopte.’

Het vertrouwen in haar reflexen betaalt zich ook in de EK-finale uit. Toxopeus tikt de pushes van Maider Telleria en Nagorre Gabellanes uit de linkerbovenhoek. Ze is alleen kansloos op de inzet van Sonia Barrio, maar omdat bij Nederland niemand faalt vanaf de strafbalstip pakken de Oranje Dames eindelijk weer eens een hoofdprijs.

Feest bij de Oranje Dames na een doelpunt op het EK van 1995 in Amstelveen Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Na vijf jaar weer hoofdprijs

De Europese titel maakt een einde aan een droogte van vijf jaar waarin de Oranje Dames verstoken blijven van een gouden medaille. Na de winst van de wereldtitel in 1990 valt de ploeg een jaar later op het EK net buiten de medailles. Daarna eindigen de Oranje Dames als zesde op de Olympische Spelen in Barcelona en in 1994 op het WK eveneens als zesde.

Dat laatste resultaat kost Bert Wentink zijn job als bondscoach. Zijn opvolger is Tom van ’t Hek, die de functie van bondscoach combineert met zijn werk als clubcoach van Kampong, waarmee hij in 1994 en 1995 landskampioen wordt en ook Europese clubsuccessen viert.

Toxopeus, die in 1989 debuteert in Oranje en uiteindelijk 91 interlands zal spelen, keert onder Van ’t Hek terug bij de Oranje Dames. Onder Wentink heeft de keepster korte tijd bedankt voor het Nederlands elftal vanwege een verschil van inzicht. In de EK-selectie van Van ’t Hek is Toxopeus samen met Wietske de Ruiter, Noor Holsboer en Florentine Steenberghe de enige nog overgebleven speler van het gouden team van 1990.

Nicole Koolen juicht nadat ze de Oranje Dames op een 2-1 voorsprong heeft gezet in de EK-finale van 1995 tegen Spanje. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Ik vond dat hij een hele prettige, open manier van coachen had. Jacqueline Toxopeus over bondscoach Tom van 't Hek

‘Tom is een hele dynamische coach’, zegt Toxopeus. ‘Hij deed heel veel op gevoel, maar heel gedreven. Dat was hij sowieso al als speler. Ik vond dat hij een hele prettige, open manier van coachen had. Als groep zijn we bij elkaar gaan zitten om te bespreken wat er allemaal was gebeurd zodat we fris richting het EK konden. We zijn daarna lekker met elkaar aan de slag gegaan.’

Na het WK (1986) en de Champions Trophy (1987 en 1993) is het voor de Oranje Dames het eerste Europees kampioenschap op eigen bodem. De vier titelfavorieten (Nederland, Duitsland, Engeland en Spanje) en de acht andere landen (Rusland, Schotland, Frankrijk, Ierland, Italië, Tsjechië, België en Zweden) zijn voor het toernooi niet ondergebracht in hotels, maar verblijven in een bungalowpark van Center Parcs in Zeewolde.

‘Dat zal ik nooit vergeten’, zegt Toxopeus. ‘Geweldig, ik vond het echt leuk. Het was weer eens wat anders na al die hotels. Het was gezelliger omdat je met meerdere speelsters in een huisje zat. Alleen die woonkamer al, even een bakkie doen met z’n vieren en achter het huisje hadden we een soort van tuin. Voor mijn gevoel had je meer binding met elkaar, ook vanwege de aanloop van de speelsters uit de andere huisjes. Het was misschien wat rommeliger, maar ik vond het wel wat hebben.’

Ellen Kuipers in actie tijdens het EK van 1995 in Amstelveen. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Toernooi in eigen land

Een EK in eigen land is andere koek dan een toernooi in het buitenland merkt Toxopeus op. ‘Het was een onwijs intensief EK. Niet alleen vanwege het hockey. Je wordt geleefd tijdens zo’n toernooi. Alles wordt voor je bepaald. Je hoeft alleen je wekker te zetten en leeft echt in een roes.’

‘Er was veel aandacht voor het toernooi. Er was veel publiek. Als we op Amstelveen aankwamen, kwamen er meteen mensen op je af die je aanspraken, terwijl ik dacht: eerst maar even die wedstrijd en daarna wil ik best gezellig doen.’

‘Ik zag mijn familie en vrienden, maar ik zat ook in de voorbereiding op de wedstrijd. Dan is het belangrijk dat je afspraken maakt. Ik heb gezegd dat ik voor de wedstrijd niet benaderbaar was, sorry daarvoor, maar na de wedstrijd wel. De teambegeleiding moet daar ook de ruimte voor geven, vind ik. Het is belangrijk om een moment te hebben vrienden en familie gedag te zeggen.’

Suzan van der Wielen torst de EK-beker met naast haar Jeannette Lewin. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Makkelijk door poulefase

De Oranje Dames zijn ingedeeld in een poule met Zweden, Schotland, Tsjechië, Rusland en Spanje. Zweden (10-0) en Tsjechië (8-0) worden met ruime cijfers van het veld geblazen. Met vijf zeges uit vijf duel en de doelcijfers 24-0 plaatst Nederland zich zonder veel moeite voor de halve finales.

In de poulefase wisselen Toxopeus en Stella de Heij elkaar af onder de lat. ‘Als coach wil je je keepers ook speeltijd gunnen, maar in die tijd werd een keeper niet tijdens de wedstrijd gewisseld. Om en om keepen kon en daar was ook niets mis mee. Ik voelde dat ook niet als een diskwalificatie of dat Tom geen keuze kon maken. Nee, helemaal niet.’

‘Stella en ik hebben elkaar gesteund en succes gewenst voor de wedstrijd. Ik was niet zo bezig met een concurrentiestrijd, maar meer bezig met het uiteindelijke doel en dat was Europees kampioen worden’

Jeannette Lewin in actie tijdens de halve finales van het EK van 1995 tegen Duitsland. Margje Teeuwen kijkt toe. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Voorkeur boven De Heij

Toxopeus krijgt in de halve finales tegen Duitsland (2-1 winst, red) en in de finale tegen Spanje van Van ’t Hek de voorkeur boven De Heij. ‘Eigenlijk had ik wel het idee dat ik de finale zou keepen’, zegt Toxopeus.

Het finaleduel met Spanje lijkt niet op het door de Oranje Dames met 2-0 gewonnen poulewedstrijd. De olympisch kampioen van 1992 komt aanmerkelijk scherper voor de dag en weet de opbouw van Nederland goed te verstoren. Nederland komt tot twee keer toe op voorsprong. De 2-2 van Spanje valt vlak voor rust. Na de pauze zit de wedstrijd tot aan het laatste fluitsignaal stevig op slot. In de strafballenserie maakt Toxopeus haar reputatie als strafballenkiller en beste keepster van de wereld waar.

‘Op het gegeven moment was het zo dat ze bij strafballen zeiden: oh, Tox houdt ze wel tegen. Het verwachtingspatroon ging omhoog en daarmee kwam er een bepaalde druk. Ik probeerde daar een beetje tussendoor te laveren’, zegt Toxopeus.

Ik vond dat toen arrogant klinken, maar nu ben ik trots dat ik te boek heb gestaan als de beste keeper van de wereld. Jacquesline Toxopeus, 91-voudig international van de Oranje Dames

‘Ik had op een gegeven moment een naam. Dat vond ik wel mooi, maar ik moest niet te lang in de schijnwerpers staan. Ik werd daar een beetje ongemakkelijk van. Ja, de beste keeper van de wereld. Ik vond dat toen arrogant klinken, maar nu ben ik trots dat ik te boek heb gestaan als de beste keeper van de wereld.’

Noor Holsboer met de EK-beker op de schouders van Suzan van der Wielen na de winst van de Europese titel in 1995. Foto: KNHB/Jeroen van Bergen

Lees ook:


Wat vind jij? Praat mee...